9. Waarom is dit niet algemeen bekend?

 Klik voor een literatuurverwijzing op de driehoekjes. Bedoelde referenties staan bovenaan de lijst die verschijnt

In de talloze artikelen die zijn geschreven door voorstanders van de cholesterolcampagne wordt vaak gesteld dat het idee dat cholesterol en verzadigd vet gevaarlijk zijn, stoelt op betrouwbare wetenschappelijke observaties, dat de bewijzen overweldigend of uiterst overtuigend zijn en dat scepsis niet gerechtvaardigd is. Wie mijn boek of voorgaande hoofdstukken heeft gelezen, weet dat dit niet waar is. Om deze boude conclusies te kunnen trekken, hebben de auteurs nauwelijks significante resultaten die in de gewenste richting wijzen, moeten overdrijven. Ze hebben controversiële en tegenstrijdige feiten moeten negeren. En ze hebben negatieve waarnemeningen zo moeten weergeven dat de lezer de indruk krijgt dat ze positief zijn. Hier zijn een paar voorbeelden.

Strijdige resultaten worden genegeerd
Een goed voorbeeld is dat obductiestudies nooit worden geciteerd. Die laten zien dat er niet het minste verband is tussen het cholesterolgehalte in het bloed en de mate van aderverkalking, een observatie die niets heel laat van de met een Nobelprijs beloonde hypothese van Brown en Goldstein (zie hoofdstuk 2).

Hier is nog een voorbeeld.

Het kostte vele jaren voor men inzag dat de oude cholesterolverlagende medicijnen werkingsloos en zelfs schadelijk waren. Eén van de redenen waarom het zo lang duurde voor dit inzicht doordrong, is dat wetenschappers de positieve studies – of liever gezegd de studies waarvan werd beweerd dat ze positief waren – veelvuldig citeerden, terwijl ze de studies die overduidelijk negatief waren, negeerden.

Zodoende stonden in de 16 rapporten die vóór 1992 werden geschreven over cholesterolverlagende experimenten 40 referenties naar studies die positief werden geacht, maar slechts 1 referentie naar een negatieve studie, terwijl er net zoveel negatieve als positieve studies waren ().

Je zou kunnen aanvoeren dat de negatieve resultaten misschien waren gepubliceerd in minder bekende, nationale tijdschriften, terwijl de resultaten die als positief werden geinterpreteerd in internationale tijdschrijften verschenen. Daarom is het interessant eens te kijken naar de studies die in hetzelfde tijdschrift verschenen.

In 1984 werd de grote LRC-studie gepubliceerd in het toonaangevende medische tijdschrift JAMA (). De verschillen in effect tussen de interventie- en controlegroep waren duidelijk niet statistisch significant; het aantal niet fatale infarcten in de behandelde- en controlegroep was respectievelijk 32 en 44, het aantal doden 68 en 71. Dit weerhield de studieleiders er niet van om te beweren dat de resultaten significant waren. De LRC-studie vormde het hoofdargument om de cholesterolcampagne te starten. In korte tijd verwierf die wereldwijde aanhang.

Eén jaar later publiceerde een groep Finse wetenschappers onder leiding van Miettinen de resultaten van een vergelijkbaar experiment in het zelfde tijdschrift. Dit onderzoek had een duidelijk negatief resultaat: in de behandelde groep stierven 10 mensen, tegen slechts 5 in de placebogroep ().

Beide studies toetsten exact hetzelfde en werden gepubliceerd in hetzelfde toonaangevende tijdschrift en omdat niemand twijfels had geuit over de oprechtheid van de onderzoekers of de kwaliteit van hun experiment, zouden ze redelijkerwijs even vaak moeten worden geciteerd. Dat de LCR-studie een positief resultaat liet zien – althans volgens de studieleiders – en Miettinens studie een negatieve uitkomst had, zou geen rol mogen spelen. Wetenschappelijk onderzoek heeft immers tot doel de waarheid te vinden, of we die nou leuk vinden of niet.

Onderstaande tabel toont hoe vaak de twee studies volgens de Science Citation Index in de eerste vier jaar na publicatie door andere wetenschappers zijn geciteerd.

LRC Miettinen
Eerste jaar
Tweede jaar
Derde jaar
Vierde jaar
109
121
202
180
6
5
3
1

<p3″>In hoofdstuk 7  vertelde ik over een fenomeen dat de cholesterolcampagne lang geleden om zeep had moeten helpen, maar dat voor de meesten nog altijd onbekend is, deels omdat ze het niet begrijpen, deels omdat er nooit over wordt gerept in wetenschappelijke artikelen. Ik doel natuurlijk op het feit dat een verhoogd cholesterol geen risicofatcor voor een hartinfarct is bij oudere individuën, terwijl meer dan 90 procent van alle dodelijke hartinfarcten mensen treffen die de pensioengerechtigde leeftijd ruim zijn overschreden.

Strijdige feiten worden verdraaid
Als een onderzoek niet laat zien wat je had gewild of verwacht, kun je de resultaten zo presenteren dat de lezer de indruk krijgt dat de studie het omgekeerde aantoonde van wat hij in werkelijkheid liet zijn. Hier is een voorbeeld.

In Japan is het hartinfarct veel zeldzamer dan in het westen. Dit wordt toegeschreven aan de lage inname van dierlijk vet van Japanners en aan hun lage cholesterol. Als bewijs wordt vaak een studie aangehaald van Japanners die naar de USA emigreerden. Na emigratie naar de USA kregen ze net zoveel hartinfarcten als Amerikanen, omdat ze vetter gingen eten en hun cholesterol steeg ().

Maar als je de studie zorgvuldig leest, blijkt dat de hogere sterfte aan hart- en vaatziekten niets te maken had met de veranderde voeding of het verhoogde cholesterol, maar met de manier waarop de Japanners na hun emigratie leefden. Degenen die hun Japanse tradities trouw bleven, waren beschermd tegen een infarct, terwijl degenen die probeerden te integreren in de Amerikaanse samenleving net zo’n hoog risico kregen te sterven aan infarct als de Amerikanen.

Het verrassendst was dat Japanners die probeerden te leven als Amerikanen, maar die het magere Japanse voedsel bleven eten, een twee maal zo hoog risico liepen op een dodelijk hartinfarct als de Japanners die vasthielden aan de Japanse tradities, maar die wel overschakelden op de Amerikaanse voeding ().

Wie de berichtgeving over cholesterol een beetje volgt, is zeker op de hoogte van de vaak herhaalde bewering dat er een duidelijk verband is tussen de mate van cholesterolverlaging en de vermindering van het risico op een infarct. Eén zinsnede die keer op keer terugkeert, is afkomstig uit het overzichtsartikel The Cholesterol Facts, luidt als volgt: ‘Het resultaat van de Framingham-studie laat zien dat verlaging van het cholesterol met één procent resulteert in een twee 2 procent lager risico op een hartinfarct.’ Vervolgens wordt verwezen naar een deelstudie van Framingham (.).

Maar nemen we de moeite daadwerkelijk naar die studie te kijken, dan lezen we het volgende:

‘Met iedere milligram per deciliter die het cholesterol daalde, steeg het aantal dodelijke hartinfarcten met 11 procent.’

Op 30 maart 2001 publiceerde het wetenschappelijke tijdschrift Science het artikel ‘The Soft Science of Dietary Fat’ van de met veel vakprijzen beloonde wetenschapsjournalist Gary Taubes. In dit artikel, dat wereldwijd voor opschudding zorgde, stelde Taubes ondermeer dat de aanbeveling om minder dierlijk vet te gebruiken niet is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar op politiek. Hoogleraar biochemie Scott Grundy, een van de iconen van de cholesterolcampagne, protesteerde in een brief aan de redactie van Science. Hij beweerde ondermeer dat het een goed gedocumenteerd feit is dat het eten van dierlijk vet de belangrijkste oorzaak van het hartinfarct is. Hij verwees naar twee overzichtsartikelen.

Een groep mensen van THINCS reageerde uiteraard, omdat we wisten dat die bewering helemaal niet gedocumenteerd is, ook niet in de twee artikelen waarnaar Grundy verwees. In het ene artikel ontbraken referenties; in het andere artikel stonden dertien referenties naar artikelen waarvan met een beetje goede wil konden worden gezegd dat ze keken naar de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten. Geen van deze artikelen staafde Grundy’s bewering; enkele, zoals de eerder genoemde migrantenstudie, bewezen het tegendeel.

Voor publicatie van onze brief liet de redatcie van Science onze beweringen controleren. Ze concludeerde dat ze correct waren, op één na. Op dat punt bleek het nog erger te zijn dan we hadden geschreven (. ).

Grundy heeft nooit geantwoord op onze ernstige beschuldigingen. Het domweg negeren van alles wat tegen de cholesterolcampagne pleit, is een tactiek die door de aanhangers ervan van meet af aan met groot succes is toegepast.

De voorbeelden die ik hier heb genoemd, vormen slechts het topje van een enorme ijsberg. Mijn boek The Cholesterol Myths biedt een blik op de hele berg.

I am an independent medical researcher